Een uitgebreide selectie van de beste raadsels voor volwassenen, gerangschikt volgens de sterrenquotering. Denk best even na vooraleer je het antwoord geeft bij deze volwassenen raadsels.
Een wandelaar liep gedurende twee dagen. Op de tweede dag de wandelaar liep 2 uur langer en met een gemiddelde snelheid van 1 km per uur sneller dan hij liep op de eerste dag. Tijdens de twee dagen liep hij een totaal van 64 km op een totaal van 18 uur lopen, wat was zijn gemiddelde snelheid op de eerste dag?
Een man ging op reis met een vos, een gans en een zak maïs. Hij kwam bij een stroom die hij moest oversteken en vond een bootje om de stroom over te steken. Hij kon alleen zichzelf en een ander - de vos, de gans of de maïs - tegelijk meenemen. Hij kon de vos niet alleen achterlaten met de gans of de gans alleen met de maïs. Hoe komt hij helemaal veilig over de beek?
Vijf appels zitten in een mandje. Hoe verdeel je ze over vijf meisjes zodat elk meisje een appel krijgt, maar er blijft één appel in de mand?
Welke drie getallen, die geen nul zijn, geven hetzelfde resultaat, of ze nu worden opgeteld of vermenigvuldigd?
Drie mannen staan achter elkaar opgesteld. De langste man zit achterin en kan de hoofden van de twee voor hem zien; de middelste man kan de ene man voor hem zien; de man vooraan kan niemand zien. Ze zijn geblinddoekt en de hoeden worden op hun hoofd geplaatst, gekozen uit drie zwarte hoeden en twee witte hoeden. De extra twee hoeden zijn verborgen en de blinddoeken zijn verwijderd. De langste man wordt gevraagd of hij weet welke kleur hoed hij draagt; hij niet. De middelste man wordt gevraagd of hij het weet; hij niet. Maar de man vooraan, die niemand kan zien, zegt dat hij het weet. Hoe weet hij en welke kleur hoed draagt hij?
Wij zoeken het kleinste getal waarvoor geldt dat het een letter bevat die op dezelfde plaats in het alfabet voorkomt als dat getal. Twee is het niet, want de tweede letter van het alfabet is een b en die letter staat niet in het woord ‘twee’. Drie is het evenmin, want je schrijft dit niet met een ‘c’. Zesentwintig zou kunnen, want dat woord bevat een ‘z’, alleen is 26 nogal veel.
Wat is het volgende in deze reeks getallen: 1, 11, 21, 1211, 111221, 312211, ______?
Een handelaar kan 8 medium dozen of 10 kleine dozen in een grote doos plaatsen voor verzending. In één zending stuurde hij in totaal 96 medium en kleine dozen. Als er meer medium dozen zijn dan kleine dozen, hoeveel grote dozen heeft hij dan verzonden met hoeveel medium of kleine dozen daar telkens weer in?
Frank, Jasper en Peter hebben ruzie.
Frank zegt dat Jasper liegt.
Jasper zegt dat Peter liegt.
Peter zegt dat Frank en Jasper liegen.
Wie van deze mannen spreekt de waarheid?
Tijdens het eten heeft een van de monniken iets gezegd en nu moet hij daarvoor boete doen: hij moet een berg beklimmen. Hij begint 's morgens om 9 uur en is om 12 uur op de top. Hier brengt hij de nacht door onder de sterren en begint de volgende morgen om 9 uur aan de terugtocht. Hij neemt hetzelfde pad en komt om 11 uur aan de voet van de berg aan. Is er een plaats op het pad waar hij op hetzelfde tijdstip aankomt als toen hij naar boven ging?
Hoe kun je aantonen dat diezelfde plaats bestaat of niet bestaat?
