Letters

Ik ga op rood, maar stop voor groen. Wat ben ik aan het doen?

Wat kan er niet praten, maar reageert wel wanneer er tegen wordt gesproken?

Maak 22 met 5, 6, 9 en 9 door enkel gebruik te maken van de standaardbewerkingen (+ * / -) en haakjes.

Wat is de overeenkomst tussen een veld met asperges en batterijen?

Hoe kun je een bal zo gooien dat hij vanzelf bij je terugkomt? De bal zit nergens aan vast, stuitert nergens tegenaan en er is niemand anders in de buurt. De bal zit nergens aan vast, stuitert nergens tegenaan en er is niemand anders in de buurt.