Twee boerenjongens spelen met een bal. Een van hen laat de bal vallen in een rond gat van 25 cm diep, dat in de grond zit. De doorsnede van het gat is maar een millimeter meer dan die van de bal.
Hoe kan die domme jongen de bal terugkrijgen terwijl hij alleen maar de beschikking heeft over: een slinger, een hoefijzer en een borduurnaald?