Ik kan meer dan 100 kilometer per uur reizen, maar verlaat nooit de kamer. Je kunt me bedekken, maar dat vertraagt me niet. Je zult niet weten of ik slechts één keer kom of steeds opnieuw en opnieuw en opnieuw. Wat ben ik?
Hoe zorg je er voor dat het nummer één verdwijnt door er iets aan toe te voegen?
Welke drie getallen, die geen nul zijn, geven hetzelfde resultaat, of ze nu worden opgeteld of vermenigvuldigd?
Onderweg naar de winkel liep ik een vrouw tegemoet. Deze vrouw had 2 rugzakken met in elke rugzak 3 katten, met elk 3 kittens. Katten en mensen bij elkaar, met z’n hoe velen liepen we naar de winkel?
Wat is een gesprek van minder dan 100 gram?
Als 75% van een schoolklas de eerste vraag van een test goed beantwoord heeft en 55% de tweede vraag goed beantwoord heeft en 20% beide vragen fout heeft beantwoord.
Welk percentage heeft dan beide vragen goed beantwoord?
A. 10%
B. 20%
C. 30%
D. 50%
E. 65%
F. 80%
