Vier mensen komen aan bij een rivier met een smalle brug waar maar twee mensen tegelijk overheen kunnen. Het is nacht en ze hebben één fakkel die gebruikt moet worden bij het oversteken van de brug. Persoon A kan de brug in één minuut oversteken, B in twee minuten, C in vijf minuten en D in acht minuten. Wanneer twee mensen samen de brug oversteken, moeten ze in het tempo van de langzamere persoon bewegen. Kunnen ze allemaal binnen 15 minuten of minder de brug oversteken?
5 willekeurige raadsels
Euro's
Je staat met een blinddoek om voor een tafel waar heel veel een-euro muntstukken op liggen. Er wordt je verteld dat er 37 munten met de kop naar boven liggen en de rest met munt naar boven.
Hoe kun je nu alle munten in twee groepen verdelen, zodanig dat er in groep 1 evenveel munten met de kop naar boven liggen als in groep 2?
De lift
Een vrouw woonde in een flatgebouw op de zevende etage. Elke morgen ging ze naar haar werk en nam de lift naar de begane grond. Maar telkens als ze thuis kwam, pakte ze de lift naar de vierde etage en liep de rest met de trap. Waarom zou ze dat doen?
Hondjes
Waarom lopen hondjes die zich vervelen vaak in cirkeltjes?
A, B, C en D
A is de broer van B. B is de broer van C. C is de vader van D. Dus hoe verhoudt D zich tot A?
Welk getal zoeken we?
Welk getal zoeken we in de volgende getallenreeks?
2 = 6
3 = 12
4 = 20
5 = 30
6 = 42
9 = ?