Onderweg naar de winkel liep ik een vrouw tegemoet. Deze vrouw had 2 rugzakken met in elke rugzak 3 katten, met elk 3 kittens. Katten en mensen bij elkaar, met z’n hoe velen liepen we naar de winkel?
Jan loopt op een brug. Piet loopt naast hem. De brug zakt door. Jan valt in de sloot. Piet ook. Jan heeft nat haar. Piet niet. Hoe kan dat?
Een marktverkoper heeft aan het einde van de dag nog 7 eieren. Dan komt de eerste koper er aan. Hij wil de helft van de eieren en nog een halve. Vervolgens komt er nog een koper aan en hij wil hetzelfde.
Daarna sluit de marktverkoper zijn tent, gaat naar huis en eet het laatste ei op.
Hoe is dit mogelijk?
Als een electrische trein oost rijdt tegen 60 kilometer per uur en er staat een grote westerlijke wind, naar welke kant gaat de rook van de trein dan.
Een jongen wordt de operatiekamer in gebracht. De chirurg ziet hem en zegt: ‘Ik kan hem niet opereren, dat is mijn zoon.’ Toch is de chirurg niet zijn vader. Hoe kan dat?
Maak 24 met 1,3,4 en 6. Deze getallen moet je juist 1 keer gebruiken en je mag +,-,*,/ en haakjes zoveel gebruiken als je wil
