Generaal Gasselveld, beschuldigd van hoogverraad, wordt door de militaire rechtbank ter dood veroordeeld. Hij mag nog één laatste uitspraak doen, waarna hij zal worden doodgeschoten als die uitspraak niet waar is, en worden opgehangen als die uitspraak wel waar is. Gasselveld spreekt en wordt vrijgelaten.
Wat kan hij gezegd hebben?
Antwoord
Generaal Gasselveld zei: "Ik zal worden doodgeschoten." Als die bewering waar was, zou hij dus worden opgehangen, en daarom niet worden doodgeschoten. Maar daardoor werd zijn uitspraak onwaar, wat inhoudt dat hij moest worden doodgeschoten, waarmee de uitspraak weer wel waar was, enzovoorts. Met andere woorden: het vonnis van de rechtbank kon niet worden voltrokken, en de generaal werd vrijgelaten.