Je komt aan een kruispunt waar je moet kiezen tussen 2 wegen. Een weg leidt naar de dood en de andere leidt naar het leven. Er staat een leugenaar en iemand die altijd de waarheid spreekt aan het kruispunt. Je weet niet wie de leugenaar is en wie de waarheid spreekt. Kan je door slechts één vraag te stellen weten wat de weg naar het leven is?
Hoe maakt een skelet de deur open?
Wij zoeken het kleinste getal waarvoor geldt dat het een letter bevat die op dezelfde plaats in het alfabet voorkomt als dat getal. Twee is het niet, want de tweede letter van het alfabet is een b en die letter staat niet in het woord ‘twee’. Drie is het evenmin, want je schrijft dit niet met een ‘c’. Zesentwintig zou kunnen, want dat woord bevat een ‘z’, alleen is 26 nogal veel.
Als ik drink, ga ik dood. Als ik eet, voel ik me goed. Wat ben ik?
Kijk naar mijn gezicht, ik ben iemand. Kijk naar mijn rug, ik ben niemand. Wat ben ik?
Als er een gat in zit, zit er geen gat in. Als er geen gat in zit, dan zit er een gat in.
