Jantje droomt dat hij over een brug loopt. Als hij op het midden van de brug staat, ziet hij een leeuw voor zich. Hij wil terug lopen, maar aan de andere kant staat een tijger.
In het water springen lijkt ook niet fijn, want daar zwemmen krokodillen.
Wat moet Jantje doen?
Onderweg naar de winkel liep ik een vrouw tegemoet. Deze vrouw had 2 rugzakken met in elke rugzak 3 katten, met elk 3 kittens. Katten en mensen bij elkaar, met z’n hoe velen liepen we naar de winkel?
Ik ben wat ik ben maar als je weet wat ik ben ben ik het niet meer.
Als er drie appels zijn en jij neemt er twee weg, hoeveel appels heb jij dan?
Bereken de som van de eerste honderd hele getallen:
1 + 2 + 3 + ... + 99 + 100 = ?
Vijf mensen aten appels, A eindigde voor B, maar achter C. D eindigde voor E, maar achter B. Wat was de afwerkingsvolgorde?
