De koning wil een nieuwe kroon met edelstenen laten maken. Van een spion heeft hij gehoord, dat een van de negen stenen die een handelaar in edelstenen hem aanbiedt, vals is. Maar die wil dat niet toegeven. De koning heeft echter ook gehoord dat de acht echte edelstenen allemaal even zwaar zijn, maar dat de valse edelsteen een beetje zwaarder is. daarom gebiedt hij de handelaar zijn weegschaal te voorschijn te halen. Hij hoeft maar twee keer te wegen om erachter te komen welke steen de valse steen is.
Hoe doet hij dat?
Antwoord
1a. De koning neemt drie willekeurige stenen en legt die op de linkerschaal van de weegschaal, en drie andere op de rechter. Als de schalen in evenwicht zijn, dan is een van de drie overgebleven stenen de valse en gaat hij verder met stap 2a.
1b. Als echter een van de schalen verder zakt dan de andere, dan weet de koning dat een van die drie stenen de valse steen is en gaat hij met die drie door met stap 2a.
2a. Een van de drie 'zware' stenen legt hij op de linkerschaal en een andere op de rechter. Zijn de schalen in evenwicht, dan is de overgebleven steen de valse.
2b. Als een van de schalen verder zakt en de andere stijgt, dan ligt op de gezakte schaal de te zware, valse steen.