De eigenaar van een dierenwinkel had een papegaai met een bordje op zijn kooi waarop stond dat de papegaai alles herhaalde wat hij hoort.
Davey kocht de papegaai en sprak er twee weken lang tegen, zonder dat hij een woord terug zei. Hij bracht de papegaai terug, maar de winkelier zei dat hij nooit over de papegaai had gelogen.
Hoe kan dit?